![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
TEE DE4 |
||||||||||
Info over het treinstel: |
|||||||||||
In 1953 kwam toenmalig president-directeur van de NS, dr. F.Q. den Hollander, met het idee om West-Europa te verbinden met snelle en luxe treinen. NS ontwikkelde samen met andere nationale spoorwegmaatschappijen een netwerk van treinen die overdag de belangrijkste steden met elkaar verbonden. Het concept Trans Europ Express werd in 1957 in het leven geroepen. In het begin werd ervoor gekozen om de TEE-diensten altijd met dieseltreinen te rijden. Dit komt doordat veel grensbaanvakken toen nog niet voorzien waren van bovenleiding en de verschillende bovenleidingsspanningen in de Europese landen. In 1957 was het baanvak Roosendaal - Essen (B) het eerste grensbaanvak in Europa dat van bovenleiding werd voorzien. De treinmaatschappijen gebruikten voor de verbindingen verschillende treinentypes. Het TEE-logo en de opvallende rood-crème kleurstelling waren wel over alle treinen hetzelfde. De NS liet samen met de Zwitserse SBB in de jaren '50 nieuwe dieseltreinstellen voor de nieuwe TEE-verbinding ontwerpen en bouwen. De kop van de treinen is in Nederland ontworpen door Werkspoor Utrecht en de vorm van de rijtuigen bij het Zwitserse SIG. De nieuwe treinstellen bestonden uit drie rijtuigen en een motorrijtuig. De treinstellen hadden een maximumsnelheid van 140 km/u. Elk treinstel had enkel eerste klasse zitplaatsen en had plaats voor 114 reizigers. In een deel van de trein mocht gerookt worden. Er reed altijd een monteur mee met de treinstellen, hierdoor waren de treinen zeer betrouwbaar. De treinstellen waren ook voorzien van een restauratierijtuig met een keuken. Er werden vijf treinstellen gebouwd. Werkspoor bouwde de motorwagens en SIG de andere rijtuigen. Drie treinstellen werden bij NS onderverdeeld en SBB kreeg twee treinstellen. Bij NS kregen de treinstellen het type DE4 en de nummers 1001 t/m 1003 en bij SBB de serie-aanduiding RAm en de nummers 501 en 502. De verbinding tussen Nederland en Zwitserland was een van de eerste verbindingen van het TEE-concept. Vanaf 1957 werden de TEE-treinen ingezet op Amsterdam – Brussel – Luxemburg – Zürich, tussen Amsterdam en Parijs en Parijs – Brussel Zuid. Hiermee reden de vijf treinstellen door vijf verschillende landen. In 1971 ontspoorde de RAm 501 toen hij onderweg was van München naar Zürich, doordat hij met een snelheid van 130 km/u door een bocht reed die was aangelegd voor maximaal 80 km/u. Een schienenbus botste daarna tegen de ontspoorde TEE. Tijdens deze ramp vielen 28 doden (waarvan beide machinisten) en 42 zwaar gewonden. De TEE RAm 501 werd na dit ongeval gesloopt. Landen elektrificeerden steeds meer spoorlijnen en steeds vaker werden rijtuigen met meerspanningslocomotieven ingezet. De locomotieven en rijtuigen waren sneller en konden flexibeler ingezet worden. Op 25 mei 1974 reden de vier overgebleven NS / SBB treinstellen hun laatste rit. De vier treinstellen werden na 17 jaar dienst terzijde gezet en te koop aangeboden. De Canadese spoorwegmaatschappij Ontario Northland Railways (ONR) kocht in 1976 de vier treinstellen. In maart 1977 werden de eerste treinstellen op de boot gehezen in Rotterdam. De treinstellen werden in Canada ingezet tussen Toronto en Moosonee. Na twee jaar werden de motorwagens vervangen door diesellocomotieven van het type FP7 van ONR. De Europese motoren waren niet bestand tegen de Canadese kou en vroren kapot. Alle vier de motorwagens werden in 1984 gesloopt. De rijtuigen hebben tot 1992 dienstgedaan bij Ontario Northland Railways. De rijtuigen werden terzijde gesteld in afwachting van eventuele kopers. Vijf jaar later kocht de Zwitserse TEE-Classics vijf rijtuigen (twee stuurstandrijtuigen, een restauratierijtuig en twee zitrijtuigen) en haalde ze terug naar Europa. Alle rijtuigen zijn afkomstig uit de oude NS DE4-serie. Het doel was om een nieuwe motorwagen te bouwen en zo weer een compleet treinstel te recreëren voor inzet in Zwitserland. Helaas kreeg de stichting de rijtuigen niet naar Zwitserland vanwege de aanwezige asbest in de rijtuigen. De rijtuigen werden noodgedwongen in het Duitse Heilbronn opgesteld. Op 27 april 2006 werd in Nederland de Stichting TEE Nederland eigenaar van de vijf rijtuigen. Ook de stichting wil graag een replica-motorwagen bouwen en het treinstel rijvaardig krijgen op het Nederlandse spoor. Op 25 juni hetzelfde jaar kwamen de TEE-rijtuigen achter de speciaal bestickerde 1312, van het Spoorwegmuseum, Nederland binnen. Vanuit Heilbronn (Duitsland) kwam de trein via Emmerich aan in Zwolle. Stichting TEE Nederland begon aan het optisch opknappen van de rijtuigen, de meeste rijtuigen kregen de originele TEE-kleurstelling. Ze gebruikten de werkplaats in Zwolle om aan de trein te werken. Op 2 juni 2007 was het vijftig jaar geleden dat de eerste TEE-trein in dienst werd gesteld. Voor de gelegenheid werd een kopbak in de originele kleur geschilderd. Op de kop werden de jaartallen 1957 en 2007 geplaatst. De trein was te zien tijdens de opendag in de werkplaats Zaanstraat. Toen de werkplaats in 2009 sloot, werd de TEE naar Watergraafsmeer gebracht. Op 16 november 2010 werden vier van de vijf rijtuigen naar Dijksgracht gebracht. De restauratiewagen bleef op Watergraafsmeer staan. Stichting TEE Nederland kon op Dijksgracht niet meer aan de trein werken. Doordat de rijtuigen op Dijksgracht stonden met weinig toezicht, grepen vandalen hun kans. De trein zat onder de graffiti, ruiten waren ingeslagen en van binnen zijn de rijtuigen kaal geplukt. Ook verbleven er dakloze in de rijtuigen. ProRail maakte plannen om de opstelsporen op de Dijksgracht weg te halen en er een vrije kruising te bouwen. Het opstelterrein Dijksgracht werd leeggehaald, de TEE bleef als laatste over. In december 2020 werd bekend gemaakt dat het Nederlands Transport Museum de dieseltrein heeft overgenomen. Stichting TEE Nederland stopte mede door de coronacrisis en de gezondheid van de voorzitter, Dick Rensema, verslechterde erg. Dick Rensema, de oprichter van de Stichting TEE Nederland, overleed begin 2022. Railexperts werd ingeschakeld om de TEE naar Zaanstraat te brengen, vanaf daar zouden de rijtuigen per vrachtwagen verder gaan. Op 4 augustus 2021 werd voor het eerst sinds 2010 weer gewerkt aan de TEE. Op 19 augustus kwam de trein weer in beweging. De vier rijtuigen werden door de Railexperts 9901 en de Stichting Mat'64 904 van Dijksgracht naar Watergraafsmeer gebracht, daar stond nog het vijfde rijtuig. De 904 werd gebruikt als remwagen. Op de Watergraafsmeer rangeerde de 2454 van Stichting 2454 CREW het vijfde rijtuig tussen de vier rijtuigen. Op 23 augustus werden twee rijtuigen van Watergrafsmeer naar Zaanstraat gebracht. Een dag later volgde de andere drie rijtuigen. Vanaf Zaanstraat werden de rijtuigen per dieplader naar Nieuw-Vennep gebracht, waar ze op 24 en 25 augustus aankwamen. De rijtuigen werden op het buitenterrein van het NTM geplaatst. Het Nederlands Transport Museum is meteen begonnen aan het van buiten opknappen van de TEE. De vijf TEE-rijtuigen waren het pronkstuk van het NTM. Ook het Nederlands Transport Museum had het doel om de TEE weer rijvaardig te maken met een replica-motorwagen. Op 6 maart 2023 sloot het Nederlands Transport Museum, omdat het pand waar het in zat in Nieuw-Vennep gesloopt moet worden voor woningbouw. Het museum is lang op zoek geweest naar een nieuwe locatie. Helaas lukte het niet en op 21 februari 2025 kwam het nieuws naar buiten dat het Nederlands Transport Museum ophoudt te bestaan. Het NTM zat vanaf 2017 in het pand in Nieuw-Vennep; dit huurde het via een anti-kraak-constructie. Een groot deel van de collectie werd via onlineveilingen verkocht. De belangrijkste collectiestukken, zoals de TEE en de NS 162, werden niet via een veiling gekocht. Voor deze historische treinen werd een nieuwe eigenaar gevonden. Op 13 mei 2025 werd bekend dat de kersverse Stichting Trans Europ Express de vijf TEE-rijtuigen heeft overgenomen. Net als de TEE-Classics, Stichting TEE Nederland en het Nederlands Transport Museum wil de Stichting Trans Europ Express het treinstel weer rijvaardig krijgen. Stichting Trans Europ Express vond een nieuwe locatie voor de TEE in het Groningse Leek. Op 16 juni werden beide stuurstandrijtuigen overgebracht. Een dag later volgde het restauratierijtuig en de twee zitrijtuigen. Op 18 juni kwamen de laatste rijtuigen in Leek aan. In Leek staan de rijtuigen ook op een buitenterrein opgesteld waar de vrijwilligers aan de rijtuigen werken. |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
De vijf rijtuigen van de TEE staat op het terrein van het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep. 1 maart 2025. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
Een rijtuig van de TEE staat op de Watergraafsmeer opgesteld. 15 december 2019. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
De TEE staat op de Dijksgracht in Amsterdam opgesteld. 15 december 2019. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
De TEE staat naast een terzijde gestelde Fyra V250. 20 september 2014. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
De TEE staat op de Dijksgracht in Amsterdam opgesteld. 31 juli 2014. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
De TEE tijdens de opendag van de Ned Train werkplaats op de Zaanstraat in Amsterdam. 15 september 2007. © TreinenInNederland.nl |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||
![]() |
|||||||||||