In de jaren '30 worden er in Engeland kleine rangeerlocomotieven ontwikkeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam het Engelse bevrijdingsleger diesel locomotieven mee naar het Europese vasteland. De NS had een groot tekort aan rijvaardig materieel. De locs maakte veel indruk op NS en er werden na de oorlog 10 uit het leger gekocht. De kleine sterke maar langzame locomotieven werden met een maximale snelheid van 30 km/u voornamelijk gebruikt voor rangeerklussen op grote stations. Ze werden ook gebruikt voor het rijden op stamlijnen. De 10 locs kregen de nummers 501 t/m 510. De locomotieven bevielen zo goed dat NS er tussen 1949 en 1955 50 locs van het zelfde type besteld uit Engeland. De serie locomotieven kon geen trein beremmen, hierdoor remt alleen de locomotief en de wagons niet. Ze werden dan ook voornamelijk gebruikt om te heuvelen.

Tussen 1955 en 1957 bestelt NS nog 65 locomotieven die dit wel kunnen, ze worden gebruikt om korte treinen te rijden. Vanaf de 571 werden de locomotieven dan ook uitgerust met een compressor en een treinrem. De locomotieven met deze reminstallatie werden nog voor de aflevering en indienststelling omgenummerd naar de 600-serie. Later zijn nog eens 25 locomotieven voorzien van deze reminrichting, zodat de serie 600 uiteindelijk uit 65 exemplaren bestond. De 500-serie kwam daarmee uit op 45 exemplaren. De locomotieven kregen de nummers in de 500, 600 en 700 serie en de donker-groene NS kleur met een gele band. De locs kregen de bijnaam 'Bakkie', 'Kolenbak' en 'Hippel', Bakkie en Kolenbak om de doosachtige vorm en Hippel door de door drijfstang en de huppelende loop.

Vanaf 1969 worden enkele locomotieven buitendienst gesteld, waaronder de orginele oorlog locs. In 1972 kregen de Kolenbakken net als alle andere treinen de nieuwe NS geel-grijze kleur. Vanaf 1989 zijn 23 locs voorzien van radiografische bestuuring, deze locs werden voornamelijk gebruikt van het rangeren van reizigerstreinen op de begin- / eindstations. In de jaren '90 gaat een groot deel van de Hippels terzijde, een deel komt terecht bij Strukton en Nedtrain. Na de opsplitsing van NS in NS reizigers en NS Cargo werden de locs verdeeld tussen beide bedrijven. NS Cargo / Railion heeft weinig gebruik gemaakt van de Kolenbakken. In 2002 is de 641 in de Railion kleuren geschilderd en voor het hoofdkantoor op de Kijfhoek geplaatst. 5 jaar later is de loc alsnog gesloopt. In 2001 zijn er nog maar 2 Kolenbakken, de 650 en de 686, actief bij Railion en in 2005 is alleen nog maar de 686 over. Een aantal 500 / 600 / 700'en zijn bewaart gebleven bij verschillende musea.

Na de buitendienst stelling van de 532 is de loc in rijvaardige status overgegaan naar de VSM. In 1992 kreeg de loc zijn orginele groene kleurstelling weer terug. Ook is de 636 in 1992 aan de collectie gevoegd van Veluwsche Stoomtrein Maatschappij. De VSM kreeg later ook beschikking over de 604, 618, 650 en de 661. De 636 werd in 2007 weer bedrijfsvaardig gemaakt. Vanaf 2010 tot 2014 werd de 661 verhuurd aan EETC, de loc kreeg de bruine EETC kleur en werd voornamelijk gebruikt voor rangeerwerkzaamheden op de Watergraafsmeer. Nadat de verhuur was gestopt stond de loc in de bruine kleur opgesteld bij de VSM in Beekbergen. In de zomer van 2018 is de loc verkocht aan Railpro. Hun willen de loc gaan verhuren aan spooraannemers. De 650 is rijvaardig gemaakt en de 604 en de 618 worden gebruikt als plukloc.