Treinen in Nederland.nl
NS 2498
Info over loc :

In de jaren '50 bestelde NS 280 diesellocomotieven om de laatste stoomtreinen buiten dienst te nemen. Om de locomotieven sneller in te kunnen zetten bestelde NS 2 series, de Amerikaanse 2200 en de Franse 2400 serie. Bij treinenbouwer Alstom werden 130 diesellocomotieven besteld. Het ontwerp is niet uniek, het werd al gebruikt voor locomotieven die in een aantal Franse koloniën reden. De eerste 2400 kwam in 1954 aan in Nederland en in 1957 kwam de laatste, de 2530. Alle 2400'en (behalve de 2401 t/m 2422 en de 2530) werden in een totaal bruine kleur met een gele horizontale band afgeleverd. De 2401 t/m 2422 werden in een licht blauwe kleur afgeleverd. Doordat het zicht vanuit de cabine's werd belemmerd door de neus kreeg de laatste loc, de 2530, een aangepaste cabine. De huif werd verlaagd en de cabine vergroot, zodat de machinist vanuit de cabine een beter overzicht had rondom de locomotief. De loc kreeg ook een andere kleurstelling, lila. De kleur werd gekozen door de echtgenote van de president-directeur van NS. Mede door de aangepaste cabine werd de loc later veel ingezet voor de sproeitrein ten behoeve van het terugdringen van onkruid tussen de rails. Later werden de lichtblauwe 2400'en en de lila 2530 net als de andere locomotieven bruin geschilderd. De 2400'en zijn relatief licht en ook niet bijzonder sterk. De locs kunnen wel zonder problemen door scherpe bochten zonder problemen. Door deze eigenschappen konden de locomotieven op de verouderde, en weinig gebruikte, spoorlijnen door Nederland rijden. De maximale snelheid van de locomotieven is 80 km/u. De 2400'en konden afhankelijk in treinschakeling rijden met één andere loc.

Door de komst van de 2200 en 2400 serie werden de meeste oorlogdiesellocomotieven van de serie 2000 in 1958 opgeslagen in Roosendaal. In 1960 werden alle locomotieven van die serie gesloopt. In 1958 waren alle locomotieven van de 2200 en de 2400 series in dienst genomen en ging de laatste stoomlocomotief, de 3737, op 7 januari 1958 buitendienst. De Nederlandse economie bloeide na de oorlog. Uit alle hoeken van het land werden goederen vervoerd. Steenkool uit Limburg, fruit uit de Betuwe, olie uit Drenthe, gas uit Groningen, suikerbieten uit Zeeland en staal van de Hoogovens. Ook waren er vroeger veel meer kleine spoorlijnen naar dorpen en bedrijven. Iedere plaats van betekenis had een spoorverbinding. Vele goederen werden via het spoor naar hun bestemming gebracht. Diesellomotieven reden met kleine goederentreintjes van de dorpen en bedrijven naar grote stations toe. Hier werden de wagons gerangeerd in grote treinen die vertrokken naar andere delen van het land of het buitenland. Andersom kwamen er grote goederentreinen op stations aan die uit elkaar gerangeerd worden. Vanaf de jaren '60 nam het vervoer per spoor sterk terug. De snelwegen verbeterde snel in Nederland en goederen werden internationaal steeds meer vervoerd met het vliegtuig. Steeds meer spoorlijnen verdwenen en stations werden gesloten.

Vanaf 1970 werd het mogelijk om met 3 2400'en in schakeling te rijden. In de jaren zeventig kregen alle locs de nieuwe NS geel-grijze kleurstelling. In de jaren '80 kregen ze een derde frontsein zodat ze ook op Duitse baanvakken mochten rijden. De 2400'en hebben nooit een ATB-systeem gekregen. Een aantal 2400'en werden overbodig en zijn (tijdelijk) aan de kant gezet, een aantal werden er ook verkocht. In 1976 werden zeven locs verkocht aan Saoedi-Arabië, de laatste deed daar tot 1994 dienst. Tussen 1977 en 1979 kwamen 22 terzijde gestelde 2400'en weer terug indienst. In 1982 werd gestart met de sloop van de locomotieven. In 1985 bestelde NS 60 diesel locomotieven van het type Mak DE 6400 bij Maschinenbau Kiel, later Vossloh. De 6400-en werden ingezet ter vervanging van de toen ongeveer 35 jaar oude 2200 en 2400 series. In 1989 kwam er een vervolg serie van nog eens 60 6400'en. Tussen 1990 en 1992 kocht SNCF de resterende 50 2400'en voor de aanleg van de hogesnelheidslijnen. De SNCF wilde meer locomotieven kopen maar die waren al gesloopt. De locs werden in Frankrijk ondergebracht in de BB 62400 en de BB 62500 serie. Voor de verkoop aan Frankrijk werden de locomotieven verbouwd zodat ze met 3 andere locs konden rijden. Dit was nodig om zware goederentreinen over de heuvels in Frankrijk te rijden. De laatste locomotieven reden tot 2008 rond in Frankrijk.

De 2498 is in 1983 terzijde gegaan, de loc is bestemd voor het Nederlandse Instituut van Nijverheid en Techniek (huige NEMO) in Amsterdam. In 1986 werd de nog bruine 2498 geel-grijs gemaakt. De loc werd echter niet in de collectie opgenomen en gaat een jaar later naar het Spoorwegmuseum. In 1992 kreeg de loc weer zijn bruine kleur terug.

OVnieuws.info
Goederentreinen.nl
Contact
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De 2498 van het Spoorwegmuseum staat op de draaischijf. 28 februari 2024. © TreinenInNederland.nl
 
De 2498 staat op het buitenterrein van het Spoorwegmuseum tentoongesteld. 20 mei 2023. © TreinenInNederland.nl
 
 
De NS 2498 uit 1956 staat tentoongesteld. Open Trein Festijn, 26 mei 2022. © TreinenInNederland.nl
 
 
 
 
 
 
Een besneeuwde 2498 op de draaischijf naast het Spoorwegmuseum. 18 december 2014. © TreinenInNederland.nl
 
 
 
 
 
De 2498 op het buitenterrein van het Spoorwegmuseum. 16 december 2005. © TreinenInNederland.nl
 
De 2498 op het buitenterrein van het Spoorwegmuseum. 27 mei 2005. © TreinenInNederland.nl