In 1953 en 1954 bouwde de Rotterdamse fabriek Allan voor NS 30 enkeldelige en 46 tweedelige dieseltreinstellen. De 30 DE1 treinstellen kregen de nummers 21 t/m 50 en de 46 DE2 treinstellen kregen de nummers 61 t/m 106. De treinstellen Plan-X werden in een blauwe kleur afgeleverd en kregen een gevleugelde versiering op de kop, daar hebben de treinstellen ook hun bijnaam 'Blauwe Engelen' aan te danken. De motoren van de treinstellen kunnen 140 km/u halen, ze zijn echter begrensd op 120 km/u. Dat is ook de maximale snelheid van de treinen. In de dienstregeling reden de treinstellen echter maar 100 km/u. De treinen waren voor de regionale spoorlijnen de reddende engelen, de dieseltreinen vervingen de stoomtreinen op de weinig opleverende spoorlijnen. Zonder dieseltreinen dreigden deze lijnen te verdwijnen. De Blauwe Engelen reden voornamelijk op de regionale lijnen in Friesland, Groningen, Overijssel, Gelderland en Limburg. De treinstellen hebben een gestroomlijnde kop, net als de Mat'46 treinstellen. De treinen konden tot maximaal met twee andere Blauwe Engelen in treinschakeling rijden.

In de jaren '60 werden alle treinstellen gereviseerd en kregen ze de rode kleurstelling die alle dieseltreinen kregen in die tijd. In 1979 werden de eerste DE1-treinstellen terzijde gesteld toen de eerste Wadlopers indienst werden gesteld. In de jaren die volgde werden bijna alle enkeldelige treinstellen terzijde gesteld. Er werden door materieeltekort zeven DE1 treinstellen langer indienst gehouden, waaronder de NS 41. Ook werden er vanaf 1975 26 DE2-treinstellen gemoderniseerd, de treinstellen kregen rode banken, koelinstallaties op het dak, automatische deursluiting en een ruimere cabine. De treinstellen kwamen in de gele stoptrein kleuren van NS op de baan. De gerenoveerde treinstellen kregen de nummers 161 t/m 186. In 1985 werden de laatste DE1 treinstellen en de niet gemoderniseerde tweedelige treinstellen buitendienst gesteld. Bij NS werden in 1997 en 1998 alle treinstellen terzijde gesteld, de nieuwe DM'90 treinstellen vervingen de Plan-U treinstellen op de belangerijkere diesellijnen. De Plan-U stellen vervingen dan weer de laatste Blauwe Engelen.

In 1998 nam Oostnet de 164, 180 en de 186 over van NS, de 164 werd als pluk-stel gebruikt en de 180 en 186 werden indienst gesteld. De treinstellen werden geschikt gemaakt voor eenmansbediening, de stellen kregen spiegels bij de cabines. De kleurstelling werd ook aangepast, de kleur geel werd een tint donkerder gemaakt, de reclame banden werden weggehaald en de stellen kregen een snor op de neus. Op de plek van de NS-logo's werden Oostnet-logo's geplakt. De stellen werden ingezet op de diesellijn tussen Almelo en Mariënberg. Doordat de treinstellen oud waren vielen ze geregeld uit, er werden dan bussen ingezet. Eind 1999 ging Oostnet op in Connexxion en Syntus kreeg de Blauwe Engelen en voerde de treindiensten uit. In 2002 werden ze terzijde gesteld, de 180 werd met motorschade terzijde gesteld. De treinstellen werden vervangen door twee enkeldelige Wadlopers.

In 1954 leverde Allan treinstel 41 aan NS, daarna is het treinstel indienst gesteld. Op 2 juni 1985 reed de NS 41 haar laatste rit, daarna nam STIBANS de 41 over. Het Spoorwegmuseum had geen interrese in de iconisch diesel. Het idee was om het treinstel in te zetten op de VSM-lijn tussen Apeldoorn en Dieren. In 1987 nam NS de 41 weer van STIBANS over. Voor het jubileum van 150 jaar spoor in Nederland is de Blauwe Engel terug geschilderd in de oorspronkelijke blauwe kleur. In 1995 toonde het Spoorwegmuseum wel interrese in de 41 en kregen hun de Blauwe Engel. In 1996 is de Blauwe Engel weer rijvaardig gemaakt. De trein is te zien in het Spoorwegmuseum in Utrecht. In 2009 kreeg de 41 ATBe ingebouwd, hiermee mag de trein het hoofdspoor op. Voor de diesellijnen is helaas een ander versie van ATB nodig, hierdoor mag de Blauwe Engel daar niet rijden. In 2011 is de 41 weer indienst gesteld. Ook reed de 41 vaak de Heimee-express naar het museum. Op 11 januari 2022 werden de gereviseerde motoren van de 41 weer terug in de trein geplaatst. In 1982 waren de motoren voor het laatst gereviseerd.

Op dinsdag 4 juni 2019 maakte de Kameel zijn laatste rit in dienst van NS. Daarna heeft NS officieel de sleutels overgedragen
aan het Spoorwegmuseum. Op de foto komt de Kameel het Spoorwegmuseum binnen rijden, naast hem staat de Blauwe Engel 41
opgesteld. © TreinenInNederland.nl

De Blauwe Engel NS 41. © TreinenInNederland.nl