een gecombineerde tram zometeen 60 meter lang is. Dat is enorm. Voor een bestuurder betekent dit dat hij of zij extra controles moet uitvoeren bij de start of het vervolg van de rit. Het moet natuurlijk veilig zijn voor onze reizigers, dus willen we alles goed getest hebben”.

Wat er komt kijken bij gekoppeld rijden
Het koppelen van de trams geldt voor de zogenaamde combino’s die inmiddels alweer 19 jaar in bedrijf zijn. “De bijzonderheden van de tram kennen we zodoende al heel goed”, zo licht Toni toe. “Zwaartepunt binnen de test zijn de ICT-voorzieningen aan boord van onze voertuigen. Deze zijn nodig om ervoor te zorgen dat de reisinformatie, communicatie- en veiligheidssystemen aan boord goed werken. Hiervoor installeren we nieuwe hard- en software en dat gaat nu eenmaal altijd gepaard met kinderziektes. Die willen we snel in beeld hebben zodat we de belangrijkste knelpunten meteen aan kunnen pakken. Dat is voor onszelf ook erg spannend omdat je op voorhand nooit goed kunt voorspellen wat je tijdens het testen gaat tegenkomen”.

Risico’s verlagen
Om het risico op storingen zo klein mogelijk te houden worden de trams zometeen alleen gekoppeld en ontkoppeld wanneer dit nodig is voor onderhoud. Toni: “De trams moeten om de 12 weken naar de remise voor een onderhoudsbeurt. Om de 24 weken gaan de trams naar de kuilwieldraaibank in Diemen om de wielen weer perfect rond te maken. Trams rijden dan weer soepeler en stiller na zo’n beurt. Hiervoor moet het opstelterrein wel verbouwd worden om zometeen plaats te bieden aan alle 32 trams die hier op termijn gestald worden”.

Tijdens het festival "Tram 75" dat op zondag 11 juni 2006 werd gevierd reden de Combino's 2091 en de 2003 ook al eens gekoppeld door Amsterdam.

Foto's: © OVnieuws.info