Een mooie en zeer gewenste aanvulling op de GVB-vloot, waarmee ze het groeiend aantal reizigers comfortabel kunnen vervoeren.

Nieuwelingen
De nieuwe metro’s zijn van het type CAF Inneo. Bij GVB krijgen ze de typeaanduiding ‘M7’, een doornummering van de bestaande vloot. De nieuwelingen passen qua ontwerp goed bij hun voorgangers (M5/M6). Ook hebben ze een herkenbare buitenkant, in lijn met de zilvergrijs-rode R-netstijl waarin ook onze huidige metro’s rijden. De nieuwe metro’s zijn circa 60 meter lang. Met deze lengte kunnen we het nieuwe metromaterieel flexibel en duurzaam inzetten. Afhankelijk van het reizigersaanbod kan met enkele of gekoppelde metro’s gereden worden.

Vertrouwd
De M7 sluit aan bij de laatste normen en inzichten op het gebied van sociale veiligheid, toegankelijkheid en duurzaamheid. Binnen vind je als reiziger een vertrouwde opstelling met stoelen die voor het merendeel in de langsrichting zijn geplaatst. De metro heeft twee multifunctionele ruimtes die gereserveerd zijn voor reizigers met een beperkte mobiliteit. Er zijn brede overgangen tussen de rijtuigen, hoge raampartijen voor veel daglicht en wijds uitzicht, LED-verlichting en spots boven de stoelen. Heldere displays geven actuele reisinformatie weer. Het klimaatsysteem met vloerverwarming zorgt tijdens de zomer en winter voor een prettige temperatuur en luchtvochtigheid. De remenergie wordt teruggevoed aan het net en het energieverbruik van allerlei hulpapparatuur wordt verder zo laag mogelijk gehouden.

De metrobestuurder werkt in een comfortabele cabine. Deze is afgesloten van het reizigersgedeelte. De nieuwe metro is overigens voorbereid om in de toekomst geheel automatisch te kunnen rijden. In dat geval is de cabine niet meer nodig. De cabine en bedieningsapparatuur zouden dan verwijderd kunnen worden. De vrijgekomen ruimte kan dan gebruikt worden voor het vervoeren van extra reizigers. Om een zo laag mogelijk gewicht te bereiken, wordt de carrosserie grotendeels van aluminium gemaakt. De constructie lijkt veel op metro’s die CAF voor andere vervoersbedrijven heeft gemaakt, bijvoorbeeld in Brussel, Helsinki, Rome, Istanbul en Barcelona. Een lager gewicht zorgt natuurlijk ook voor een belangrijk deel voor een lager energieverbruik. De elektrische energie die wordt opgewekt bij het remmen, voedt de metro weer terug aan het net. Het energieverbruik van allerlei hulpapparatuur wordt verder zo laag mogelijk gehouden. Bijvoorbeeld door de toepassing van een warmtepomp in de klimaatinstallatie. Vitale apparatuur wordt dubbel uitgevoerd zodat de metro bij een enkelvoudig defect toch veilig verder kan rijden.